• Afspraak: via het secretariaat van de poli reumatologie op nummer 014 44 43 72 (op ma, di, do, vr tussen 8 - 12u en 13 - 16u. Op woensdag is de dienst gesloten.)
• Afspraak online via www.mynexuzhealthpro.be
• De raadplegingsuren van dr. Van Schaeybroeck vindt u hier.
• Verwijzing met ingevuld formulier vragenlijst eerste consultatie reumatologie.

• Afspraak: na telefonisch overleg tussen huisarts en reumatoloog.
• Verwijzing met ingevuld formulier vragenlijst eerste consultatie reumatologie.

• In geval van acute vragen.

• Afspraak: via het secretariaat poli reumatologie op het nummer 014 44 43 72 (op ma, di, do tussen 8 - 12u en vrij tussen 8 - 12u en 12.30 - 16u)
• De raadplegingsuren van dr. Van Schaeybroeck vindt u hier.
• Verwijzing met ingevuld formulier vragenlijst eerste consultatie reumatologie.

• Afspraak: na telefonisch overleg tussen specialist en reumatoloog.
• Verwijzing met ingevuld formulier vragenlijst eerste consultatie reumatologie.

• In geval van acute vragen, al dan niet tijdens een opname.

Een patiënt komt gemiddeld 6 weken na de eerste klacht bij de huisarts en 12 weken later bij de reumatoloog. Gegevens uit een Early Arthritis Cohort van Leiden laten zien dat patiënten met een nieuwe artritis - waar de uiteindelijke diagnose reumatoïde artritis (RA) blijkt - er het langst over doen. Tussen het moment van hun eerste klachten en de consultatie met een reumatoloog, zit een periode van 18 weken (Van der Linden, 2010). Dit geldt ook voor patiënten waarbij uiteindelijk de diagnose artritis psoriatica en spondylartropathie gesteld wordt. Bij deze ziekten kan een late diagnose meer gewrichtsschade veroorzaken.

Patiënten die binnen de 12 weken na de eerste klacht bij de reumatoloog komen, lopen bijna 2 keer minder gewrichtsschade op dan patiënten die later komen (figuur 1). Daarom worden de eerste 12 weken de ‘window of opportunity’ genoemd.

Naast de gewrichtsschade, stijgt ook het risico op een cardiovasculair accident bij een laat gediagnostiseerde RA. Een context van hypertensie is de belangrijkste onafhankelijke risicofactor. Een vroege, voldoende agressieve behandeling en behandeling van de comorbiditeit blijken dus determinerend te zijn (Barra, 2017).

Momenteel komen slechts 31% van de RA patiënten binnen de 12 weken bij een reumatoloog. Het doel van de EAC is om dit percentage te verhogen.

Bronvermelding:

• Van der Linden, M.P. et al. (2010) Long-term impact of delay in assessment of patients with early arthritis. Arthritis Rheum., Dec; 62(12): 3537-46
• Barra, L.J et al. (2017) The effect of rheumatoid arthritis-associated autoantibodies on the incidence of cardiovascular events in a large inception cohort of early inflammatory arthritis. Rheumatology, May; 56 (5): 768-776

Waarschijnlijk heeft dit te maken met de acuutheid van de klachten en met de ontstoken gewrichten in kwestie. Uit figuur 2 blijkt duidelijk dat patiënten met jicht, sarcoïdose en reactieve artritis relatief snel door een reumatoloog gezien worden.

Deze aandoeningen kenmerken zich door een acuut en heftig begin waardoor patiënten meer gealarmeerd zijn. Bovendien ontstaan de klachten meestal in grote gewrichten, wat relatief veel hinder oplevert en waar artritis vaak makkelijker te herkennen is. Juist deze artritiden hebben meestal een goedaardig beloop.

Dit in tegenstelling tot RA, artritis psoriatica en spondyl-artropathie, die juist vaak chronisch en destructief verlopen. De gewrichtsklachten bij deze aandoeningen beginnen meestal sluipend en in de kleine gewrichten.

Bronvermelding:

• Van der Linden, M.P. et al. (2010) Long-term impact of delay in assessment of patients with early arthritis. Arthritis Rheum., Dec; 62(12): 3537-46
• Barra, L.J et al. (2017) The effect of rheumatoid arthritis-associated autoantibodies on the incidence of cardiovascular events in a large inception cohort of early inflammatory arthritis. Rheumatology, May; 56 (5): 768-776